Cookievoorkeuren
InstellingenIk ga akkoord

Ook in derde kwartaal coronasteun!

Gepubliceerd op: 28 mei 2021

Ook in derde kwartaal coronasteun!

Het kabinet heeft gisteren besloten de corona steunmaatregelen ook in het derde kwartaal door te laten lopen. Zeker was dat allerminst omdat er toch signalen zijn dat de economie steeds meer terug kan naar het ‘normale’. Maar het kabinet laat niet alleen de steunmaatregelen doorgaan, er zijn ook significante wijzigingen in de NOW- en TVL-regelingen aangebracht als ook in de regeling tot afbetaling van de belastingschuld. Wij zetten ze voor u op een rijtje. 

NOW

Ook in het derde kwartaal van 2021 is het mogelijk NOW aan te vragen. De referentiemaand voor de lonen is februari 2021.

Tot nu toe gold bij de bepaling van de omzet over de betreffende periode waarvoor NOW is aangevraagd dat de aangevraagde TVL in diezelfde periode als omzet meegenomen moest worden. Hierdoor wordt de omzetterugval ten opzichte van 2019 kleiner en daarmee dus ook de NOW-steun. Maar er is goed nieuws! Met terugwerkende kracht naar het vierde kwartaal 2020 telt de TVL niet meer mee als omzet voor de NOW-regeling. Voor veel ondernemers betekent dit dat bij de aanvraag van de definitieve subsidie zij meer NOW kunnen ontvangen. De NOW over het tweede kwartaal 2021 kan nog aangevraagd worden tot en met 30 juni. 

TVL

Vanaf 1 juli kunnen bedrijven gebruik blijven maken van de TVL-regeling. In zowel het derde als in het tweede kwartaal stijgt het maximum van de vergoeding naar 1,2 miljoen euro.

Bij de aanvraag van de TVL over het tweede kwartaal 2021 bestaat voor het eerst de keuze om als referentieperiode te kiezen uit twee kwartalen: óf het tweede kwartaal 2019 óf het derde kwartaal 2020. Hierdoor is het dus ook mogelijk voor ondernemers die net gestart zijn de TVL aan te vragen.

De TVL over het tweede kwartaal 2021 kan aangevraagd worden vanaf de tweede helft van juni 

Tozo en Tonk

Het kabinet verlengt eveneens de Tozo-inkomenssteun voor zzp-ers als ook de Tonk-regeling voor ondernemers die hun vaste lasten niet meer kunnen betalen. Beide regelingen worden uitgevoerd door de gemeenten. Het Ministerie van Sociale Zaken heeft gemeenten (nogmaals) verzocht soepel met de regelingen om te gaan.

Belastingschulden

Veel ondernemers hebben een beroep gedaan op de mogelijkheid de betaling van de belastingschulden uit te stellen. Deze regeling loopt af op 30 juni 2021. Met ingang van 1 juli as moeten ondernemers hun belastingen weer betalen. Onder andere de loonheffingen over juni als ook de omzetbelasting over juni of het tweede kwartaal zullen dus gewoon afgedragen moeten worden aan het einde van de maand juli.

Goed nieuws is echter dat de terugbetalingsregeling van de belastingschuld niet begint op 1 oktober 2021 en een duur heeft van drie jaren maar begint op 1 oktober 2022 en een duur heeft van vijf jaren. Normaliter betaalt u over belastingschulden 4% invorderingsrente. Het kabinet heeft echter beslist dat de invorderingsrente tot en met 31 december 2021 het verlaagde percentage van 0,01% hanteert en dat daarna de invorderingsrente geleidelijk wordt verhoogd. Per 1 januari 2022 wordt de invorderingsrente verhoogd naar 1%, vanaf 1 juli 2022 naar 2%, vanaf 1 januari 2023 naar 3% en tenslotte per 1 januari 2024 naar 4%. 

Naast de invorderingsrente (deze wordt berekend over de periode vanaf de dag na de laatste betaaldatum van de aanslag tot aan de datum van betaling) bestaat er ook nog de belastingrente. Deze rente wordt berekend over de periode van de dag na de uiterste datum van indiening van de aangifte tot aan de datum van werkelijke indiening van de aangifte. Dit is met name het geval bij uitstel van indienen van de aangifte. De belastingrente is er met name op gericht om zo snel mogelijk de aangifte in te dienen. De belastingrente bedraagt 4% maar voor de vennootschapsbelasting bedraagt deze 8%. Dit laatste percentage is tot en met 31 december 2021 ook gesteld op 4%. 

Vergoedingen voor werknemers

Ook in 2021 is de werkkostenregeling verruimd. Over de fiscale loonsom tot 400.000 euro mag maximaal 3% onbelast besteed worden aan de werkkostenregeling. Boven de fiscale loonsom van 400.000 euro geldt een percentage van 1,18%. Bij overschrijding van deze grenzen is de werkgever 80% eindheffing verschuldigd.

De vaste reiskostenvergoeding mag de werkgever, ook al werkt de werknemer grotendeels thuis, tot 1 oktober 2021 aan de werknemer blijven uitbetalen, op voorwaarde dat die werknemer ook al recht had op die reiskostenvergoeding op 12 maart 2020.

Datzelfde geldt echter niet voor overige vaste vergoedingen. Deze konden tot uiterlijk 1 januari 2021 ongewijzigd doorlopen.

Gebruikelijk loon DGA

Een ondernemer met een (besloten) vennootschap moet zichzelf een gebruikelijk loon uitbetalen. Kon u als ondernemer als gevolg van de coronacrisis dat gebruikelijk loon niet uitbetalen en dus ook de afdracht loonheffing hierover niet dan mocht u in 2020 het gebruikelijk loon verlagen.

Ook in 2021 geldt een dergelijke regeling. Er moet dan echter wel sprake zijn van een omzetverlies in 2021 van minimaal 30% ten opzichte van 2019.

Uitlenen personeel in de zorg

Als u als ondernemer personeel uitleent aan derden is die doorbelasting in nagenoeg alle gevallen belast met btw. Dat geldt ook als u vrijgestelde prestaties verricht en daardoor in de regel geen aangifte omzetbelasting hoeft in te dienen.

Zorg is in de regel vrijgesteld van btw. In deze tijd van extra inspanningen door het zorgpersoneel komt het vaak voor dat zorgpersoneel ook wordt uitgeleend aan andere zorgverleners. Gewoonlijk worden deze kosten doorbelast met btw. Dat is ook het geval als het zorgpersoneel wordt uitgeleend door het uitzendbureau. Deze btw is voor de inlener niet terug te vragen en leidt dus tot extra kosten. Het uitlenen van zorgpersoneel is daarom tot 30 september 2021 vrijgesteld van btw. Er zijn wel enkele voorwaarden. De belangrijkste zijn:

  • De inlener is een zorginstelling of - inrichting die btw vrijgestelde prestaties verricht.
  • De uitlener vermeldt op de factuur dat gebruik wordt gemaakt van deze regeling.
  • De kosten voor uitlening bedragen maximaal de brutoloonkosten vermeerderd met 5% administratievergoeding.
  • Met het uitlenen mag geen winst beoogd of gemaakt worden.

Heeft u over één van bovenstaande punten nog vragen? Of heeft u een andere vraag? Neemt u dan gerust contact met ons op. Wij zijn u graag van dienst!

Terug naar overzicht

Onze nieuwsbrief